Er zijn veel verschillende mogelijkheden wat betreft het voer voor jouw hond of kat. Grofweg kun je de soorten voer in drie groepen verdelen. Brokken, natvoedingen (blik of gestoomde worsten) en rauw voer. Alle drie de soorten voeding hebben zo hun eigen voor- en nadelen. In deze blog gaan we het hebben over het voeren van een rauw dieet.
Honden en katten zijn van nature vleeseters. Hoewel zeker honden in staat zijn om, met wat hulp, plantaardig materiaal te verwerken, zijn veel mensen van mening dat het voeren van vooral vlees de gezondheid van hun hond ten goede komt. Met rauwe voeding kun je jouw hond een gezond en compleet dieet voorzetten. Het voordeel van rauwe voedingen is dat de grondstoffen maar minimaal of zelfs helemaal niet bewerkt zijn. Er zijn wel wat dingen waar je rekening mee kunt houden wanneer je besluit jouw hond of kat rauw te gaan voeren. Zo dien je extra te letten op bijvoorbeeld de hygiëne én is niet elke rauwe maaltijd compleet.
Soorten rauwe voeding
Rauwe voeding is er in verschillende vormen. Verreweg de meest gebruikte rauwe voeding is KVV. Dit staat voor kant en klaar vers vlees. Spiervlees, organen en botten zijn vermalen en ingevroren. Meestal in een worstvorm maar soms ook in schijfjes of plakken. Het grote voordeel is dat je dit gemakkelijk kunt voeren. Het enige wat je nog hoeft te doen is het te ontdooien en te voeren.
Bij KVV heb je weer verschillende ‘ondersoorten’. Zo zijn er varianten met of zonder groentes, gemaakt van één eiwitbron of meerdere gemixt en met of zonder premix (toegevoegde vitamines en mineralen).
Een andere manier van rauw voeren is volgens het BARF principe. Hierbij is de voeding niet vermalen maar geef je stukken spiervlees, bot en orgaan. Ook groente en fruit zijn een waardevolle aanvulling. Bij deze vorm van voer heb je zelf de meeste controle over het dieet van jouw dier.
Verschillende soorten KVV
Bij KVV is het belangrijk om te beseffen dat niet elke vorm van KVV compleet is. Vrijwel alle brokvoedingen voor honden zijn compleet. Dat wil zeggen dat alle voedingsstoffen, waaronder vitamines en mineralen, aan de brokken zijn toegevoegd en de hond of kat in principe niets anders meer nodig heeft dan de brokken.
In bepaalde gevallen geld dit ook voor een KVV. Bij sommige KVV’s is namelijk een zogenaamde premix toegevoegd. Dit is een mix van vitamines en mineralen om te zorgen dat jouw hond of kat alles wat hij of zij nodig heeft binnenkrijgt. Dit is alleen niet bij elke KVV het geval. Als een KVV niet compleet is, betekend dit dat wanneer je alleen dat type KVV als voeding geeft er op den duur voedingstekorten ontstaan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarom is het belangrijk om te beseffen wat voor soort KVV je voert en dat je mogelijk moet zorgen voor meer afwisseling. Als een KVV niet compleet is staat er ‘aanvullende diervoeding’ op de verpakking vermeld. Het kan een bewuste keuze zijn om te kiezen voor een KVV zonder premix. Verschillende varianten KVV bevatten verschillende voedingsstoffen. Er zit bijvoorbeeld verschil tussen verschillende vleessoorten. Afwisselen van diersoorten is dan ook aanbevolen. Wanneer je afwisselt is het belangrijk om af te wisselen tussen diersoorten uit verschillende groepen, zoals hoefdieren, gevogelte en vis. Daarnaast kun je zelf ook nog toevoegingen doen aan een KVV maaltijd om extra voedingsstoffen toe te voegen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld groente, fruit, ei, schaaldieren of visolie. Niet iedereen is overtuigd van de noodzaak van het toevoegen van plantaardig materiaal, een hond is immers een vleeseter. Maar groente en fruit bevatten belangrijke nutriënten die een hond wel nodig heeft, maar welke niet (altijd) voorkomen in een puur vleesmaaltijd. Wij zien hier dus zeker wel de noodzaak van in! Wanneer je enkel KVV zonder premix voert kan het zijn dat er toch tekorten ontstaan, er zijn ook losse vitamine en mineralenmixen verkrijgbaar speciaal bedoelt voor een dieet met KVV, waarmee je zorgt dat jouw hond of kat niks tekort komt. Deze voeg je gemakkelijk toe aan de maaltijd.
Als je zelf BARF samenstelt moet je naast het gebruik van verschillende diersoorten in de voeding ook rekening houden met de verhoudingen tussen spiervlees, bot, orgaanvlees en eventueel groentes.
Voor- en nadelen rauwe voeding
Het voeren van rauwe voeding heeft enkele voordelen tegenover het voeren van bijvoorbeeld brokken. Veel honden vinden het rauwe vlees erg lekker, waardoor deze vorm van voeding bijzonder geschikt is voor moeilijke eters. Doordat meestal de soorten vlees afgewisseld worden voorkom je ook dat de hond of kat uitgekeken raakt op de voeding. Rauwe voeding wordt over het algemeen goed verteert en meestal zijn er geen of weinig koolhydraten in verwerkt. Hoewel koolhydraten zeker niet slecht zijn (in tegendeel) hoort de voeding niet uit een te hoog koolhydraatgehalte te bestaan. Honden met een slechte vacht krijgen op een rauw dieet vaak een betere, glanzende vacht na het overzetten op kvv, omdat er in verhouding meer eiwitten in de voeding zitten. Ook hebben rauwgevoerde honden en katten vaak minder en vastere ontlasting dan hun brokgevoerde soortgenoten. Een ander voordeel is dat er meestal minder aanslag op de tanden en kiezen ontstaat, dit is namelijk meestal een gevolg van de koolhydraten in de voeding. Er zijn veel verschillende soorten rauwe voeding te krijgen, dus voor de meeste honden is er een geschikte variant te vinden.
Er zitten ook een aantal nadelen aan rauwe voeding. De voeding moet natuurlijk in de vriezer bewaard worden. Dit kost vaak veel ruimte, wat niet iedereen beschikbaar heeft. Daarnaast moet je bij deze vorm van voeren dus ook extra opletten dat je hond alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt.
Rauwe voeding is niet steriel. Het vlees bevat bacteriën. Normaal gesproken kan dit geen kwaad, in de maag van de hond of kat zit maagzuur, waardoor deze bacteriën of andere ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt worden. Wel blijft het belangrijk te allen tijde hygiënisch met dit soort voer om te gaan. Maak de voerbak altijd direct na de maaltijd schoon, bewaar het vlees in de vriezer bij -18 graden en ontdooi in de koelkast in een lekdichte bak. Maak ook alle oppervlaktes die in aanraking komen met het vlees direct na gebruik schoon. Deze maatregelen klinken misschien heftig, maar het komt op hetzelfde neer als de maatregelen voor ons eigen rauwe vlees.
In bepaalde situaties is het beter niet voor een rauwe voeding te kiezen. Krijgt een hond bijvoorbeeld maagzuurremmers, dan kan het zijn dat het maagzuur niet voldoende in staat is om de stukjes bot in de voeding te verteren. In dat geval kan er verstopping ontstaan. Als er beschadigingen zijn aan het verteringsstelsel is het in veel gevallen verstandig om een steriele voeding te geven. Bepaalde honden lijken het ook gewoon niet goed te doen op een steriele voeding. Kijk altijd goed naar jouw hond (of kat natuurlijk) en hoe het lichaam op bepaalde voedingen reageert.
Is rauw voeren beter?
Als je op internet gaat zoeken over rauwe voedingen zul je zien dat het lijkt alsof er twee ‘teams’ zijn ontstaan. Team rauw en team brok. Team rauw vind dat rauwe voedingen véél beter zijn dan brok. Als je team brok vraagt wat beter is zullen ze een rauwe voeding een zeer onverstandige keuze vinden. Waar ligt nu de waarheid? Het is niet zo simpel dat je kunt stellen dat het een beter is dan het ander. Beide vormen van voeren hebben voor- en nadelen. De vorm van voeding moet bij de eigenaar maar vooral ook bij de hond passen. Feit is nou eenmaal dat er honden (en katten) zijn die het héél goed op rauw doen, en slecht op brok, maar ook andersom. Kijk goed naar jouw dier. Wat heeft hij of zij nodig en waar merk je goede resultaten bij op? Over het algemeen is rauw voeren een hele pure manier, met weinig bewerkingen. Je weet vrij precies wat jouw hond of kat hiermee binnen krijgt en zolang je in de gaten houd dat je compleet voert (dus een complete rauwe voeding of zorgen voor voldoende afwisseling) is het vaak een hele fijne manier van voeren. Heb je echter onvoldoende diepvriesruimte dan is het al moeilijk.
Voor allergische honden is rauw voeren vaak een goede optie. Doordat rauwe voeding gemiddeld genomen véél minder verschillende ingrediënten bevatten is de kans op een allergische/intolerante reactie op een van de bestanddelen een stuk kleiner. Merk je wel een reactie op, dan is het gemakkelijker om te achterhalen welk ingrediënt dit veroorzaakt.
In het kort:
- Rauwe voeding is een pure manier van voeren. De voeding is minimaal of niet bewerkt en bevat weinig verschillende ingrediënten
- Bepaalde rauwe voedingen zijn compleet, bepaalde niet. Let er goed op dat je compleet voert (Gebruik een complete KVV of zorg voor voldoende afwisseling)
- Let extra op hygiëne:
- Bewaar het voer bij -18 graden in de vriezer
- Ontdooi in een lekvrije bak in de koelkast. Laat vlak voor het voeren even kort op temperatuur komen
- Maak alle materialen die in aanraking komen met het voer goed schoon na gebruik met een sopje
- Laat het voer dat niet direct opgegeten wordt niet staan, maar gooi dit weg.
- Laat jouw hond of kat je niet (in het gezicht) likken.
- Let extra goed op de hygiëne bij (jonge) kinderen of immuunsysteemproblemen.